Seattle en omgeving 2006

Friday, June 30, 2006

Nog een dagje Seattle

Iedereen (behalve Rick en ik) heeft gisteravond al gedoucht en Rick en ik zijn gewoon snel, dus ruim op tijd zitten we in de taxi naar Pike Place Market om een aantal Alles Amerika mede-forummers te ontmoeten. We komen om kwart voor negen aan, om negen uur zouden we elkaar ontmoeten.

Terwijl we uit de taxi stappen herken ik meteen het gezin, dat aan komt lopen. Het zijn Carola, Fred, Robin en Max en ze zien er precies als op de foto's uit. Na de anderen aan elkaar voorgesteld te hebben lopen we met zijn allen naar Lowell's.

Daar blijkt, na enig rondkijken, dat we op de derde verdieping tafels kunnen krijgen en op de eerste verdieping moeten bestellen. Dat eten wordt dan boven bezorgd (je krijgt een nummertje voor je bestelling).

Carola en ik kletsen erop los, Fred en Rick ook (tot de laatste beneden eten gaat bestellen). De kinderen zitten er wat verloren bij, Max en Robin vast erg jet-lagged en mijn kinderen weten niet goed waar te beginnen, vertellen ze me. "Smalltalk" is moeilijk als je tiener bent.

Even later komt Doreen (in Seattle gaat ze voor de naam Nicole, vanwege de Amerikaanse uitspraak van Doreen) erbij en geeft Carola en mij een heel leuke, kleurige magneet met een Seattle tafereeltje. Carola geeft ons een zak met spekjes en kaneelstokken. De kinderen scheuren de spekjes zak meteen open en hebben voor het eerste eten arriveert al heel wat naar binnen!


Ron komt uiteindelijk ook naar boven, hij had buiten staan wachten en Rick had hem al gezien en gedacht, dat hij er erg Nederlands uitzag. Het wordt een gezellig ontbijt. Rick bestelt voor mij de salmon scramble, hun "signature dish". Hij kent me goed, want ik vind het heerlijk (hoewel veel te veel!).

We kletsen gezellig een uurtje vol en gaan dan naar buiten om groepsfoto's te nemen. Carola heeft voor de gelegenheid haar "Alles Amerika" stickers meegenomen. Het is erg leuk eens gezichten bij namen te kunnen plaatsen. Ik geloof, dat het voor de kinderen minder geslaagd was, maar dat moet dan maar een keertje. Ik vond het in ieder geval erg leuk!


We nemen afscheid en gaan ieder onze eigen weg. Onze volgende stop is het Seattle Aquarium. Een groot gedeelte van dit aquarium is half buiten.

We beginnen met rivier otters, die zo druk zijn, dat je ze nauwelijks ziet. Dan de furseals (bontzeehonden?) en in de volgende baden zijn de zee otters te zien. Sommigen van de otters zijn gered uit situaties, die levensbedreigend waren voor ze en de rest zijn kinderen van die otters. Ze zijn allemaal even schattig.


We lopen verder naar de zeehonden. Hier zwemmen Barney en Q rond, vooral Barney is heel nieuwsgierig en kijkt ons telkens aan. Soms vraag je je toch af, wie er wie bekijkt.

De rest van het aquarium is ook erg leuk. Er is een Orca gedeelte, waar Saskia kaartjes krijgt met de individuele "portretten" van de J pod Orca's, die wij deze week zagen. Ze weet me van alles te vertellen over de moeders en hun kinderen. Dit interesseert haar nu natuurlijk.

Het tropische aquarium gedeelte is leuk, maar dit hebben we veel mooier gezien in andere aquaria. Dit aquarium's sterkte zijn de zoogdieren. Om kwart over elf kijken we naar de training van de zeehonden. Barney laat rustig zijn tanden poetsen (deze training is niet voor het vermaak van het publiek, maar voor het welzijn van de dieren, op deze manier leren ze met menselijk contact omgaan, voor het geval dat medisch nodig is).

Even later worden de zee otters gevoerd. Deze dieren zijn schattig en krijgen een hele emmer met vis toegeworpen. We genieten allemaal van het schouwspel en zij vinden het duidelijk ook leuk.

Als laatste kijken we naar het voeden van de octopus. Die wil best een stukje vis pakken, maar gaat dan weer slapen. Genoeg aquarium voor ons, dus!

Langs de gezellige pieren van de Seattle waterkant lopen we richting Ye Olde Curiosity Shop. Deze winkel hebben Rick en ik al jaren geleden bezocht en je ziet er o.a. drie mummies, een lam met twee hoofden, een varken met iets van vijftien poten en meer rariteiten. Maar voornamelijk is het een winkel vol leuke hebbedingetjes.

Saskia kiest een ketting uit met een klein rijstkorreltje met haar naam erin. Ze kiest een blauwe zon en het is onvoorstelbaar hoeveel de artiest op zo'n korreltje kan schrijven! Katja vindt een leuk paar oorbellen en alle drie de kinderen proberen de "handdruk" machine. Katja was "hot stuff" en Kai en Saskia "oncontrollable" (ik kan het niet mee oneens zijn!).

Als we weer buiten staan is het lunchtijd en we vinden een gezellig terrasje aan het water bij The Fisherman's. Ze hebben in ieder geval lekkere oesters!

We lopen dan weer terug naar Pike Place Market. Daar staan we met een heel stel andere toeristen te wachten, tot iemand eindelijk een vis koopt, zodat die gegooid kan worden, waar de vismarkt bekend om is. Maar niemand koopt en de kinderen vervelen zich, dus lopen we maar door (sorry, Marion).


Bij een van de fruitstandjes kopen we twee pond kersen dit keer en vijf lekkere rijpe abrikozen. Bij de restaurant krijgen de kinderen niet veel gezonds, dus deze vruchten, waar iedereen dol op is, brengen wat broodnodige vitamines binnen.


De markt is veel levendiger dan gisterochtend. Er worden allerlei liedjes a capella gezongen en overal zijn blije mensen te zien. Rick, Katja en Kai halen een drankje bij de originele Starbucks en dan lopen we langzaam terug naar het hotel.

Hier rusten we een half uurtje uit en gaan dan richting Redmond. Rick geeft ons een rondleiding van Microsoft. Als eerste stoppen we bij het "Museum", waar we wel uren hadden kunnen doorbrengen, zoveel interactieve dingen zijn er!

Met Ricks identiteitskaart gaan we de Microsoft winkel binnen en de kinderen en Rick vinden er spullen van hun gading. De vrouwenkleding is truttig en verder ben ik niet geinteresseerd, dus een goedkopen "date" voor Rick.

Dan rijdt Rick ons de campus rond. Het is een heel mooi gebied, erg bebost, lage gebouwen. We zien waar de MSN mensen werken en na een heel lange rit, waar X-Box wordt gemaakt. Kai en Saskia gaan mee naar binnen (met zijn ID kan Rick overal in) en maken een foto met het standbeeld van de uitvinden van Halo. Hun dag kan niet meer stuk!

We zijn nu al op weg naar Kirkland en zo'n 13 jaar geleden was ik daar met een baby Kai en kleine Katja aan het meer aan het spelen. We eten bij het Fish Cafe met uitzicht op dat meer. Ergens voelt dit gebied heel vertrouwd en heeft vele herinneringen, terwijl er ook heel veel nieuw is. Het blijft genieten, deze week!

Thursday, June 29, 2006

De Smaragden Stad

De bijnamen van Seattle zijn veelvoudig (inclusief de allereerste naam "Duwamps", gelukkig is het daar niet bij gebleven!) en de mooiste vind ik "Emerald City". Inderdaad is in deze stad ontzettend veel groen, zomer en winter, vanwege de naaldbomen. De stad is op heuvels gebouwd en van veel plaatsen heb je prachtig uitzicht over de Puget Sound, waar hij aan ligt. Het is een van mijn favoriete steden in de VS, vooral als het zulk mooi weer is als nu.

Vandaag gebruiken we om wat bij te tanken en uit te slapen. Voor Katja en Saskia betekent dat zo lang mogelijk blijven liggen, maar Kai, Rick en ik zijn om half negen wakker. Kai en ik gaan de sportkamer van het hotel eens bekijken. Soms stelt die niets voor, maar dit keer staan er een aantal redelijk nieuwe toestellen en een algemeen gewichten toestel. We maken gebruik van de laatste, want verder zullen we vandaag toch veel lopen, dus aan de cardio komen we wel.

Dan laten Rick en ik de kinderen in de kamer achter en lopen naar de waterkant en naar Pike Place Market. Deze half overdekte markt is beroemd vooral vanwege het viskraampje, waar men de vissen naar elkaar toe gooit.

Dit zien wij ook meteen gebeuren en we lopen langs de vele fruit en groente standjes. Dan zien we Lowell's, het restaurant, waar we morgen zullen eten met een groep forummers. Ik koop een pond Rainier kersen (geel met oranje) voor $3,99 (bij Whole Foods zijn ze in ons gebied soms voor $9,99/pond te krijgen!) als ontbijt. We halen een latte bij de originele Starbucks (uit 1912 staat er boven de voordeur) en lopen dan terug naar het hotel.

De kersen verdwijnen als sneeuw voor de zon, dus morgen zal ik maar meer kopen! Tegen de tijd, dat we allemaal klaar zijn is het kwart over elf en we besluiten voor een vroege lunch/laat ontbijt, oftewel brunch, naar het ronddraaiende restaurant bovenin de Space Needle te gaan.


Er is een tafeltje open (boven zien we, dat we absoluut niet de vroegsten daar zijn!), maar de prijs is even slikken: $25 minimum voor eten per volwassene (en Katja en Kai zijn dat intussen voor hun begrippen). Maar de toegang tot het observatiedek is er bij inbegrepen en later zie ik, dat dat $14 is. Dat maakt mijn King zalm voor $27,50 nog goedkoop!

Met een snelle lift met ramen vliegen we naar boven en krijgen een mooie tafel aan het raam. Eigenlijk is iedere tafel aan het raam. We zijn al in een heel aantal ronddraaiende restaurant in verschillende steden geweest en deze is volgens mij de nauwste.

We hebben natuurlijk prachtig uitzicht, al is het richting Mount Rainier wat heiig, de berg is tenminste uit de wolken. Of het op de foto's ook uit zal komen, weet ik niet.


Mount Rainier is vaag op de achtergrond te zien

Na het eten (wat echt erg lekker was, iets wat niet over ieder ronddraaiend restaurant gezegd kan worden) lopen we naar boven naar het observatiedek. Daar kijken we nog door de verrekijkers en ik luister even naar een van de rondleidsters, die interessante feiten vertelt over de verschillende gebouwen.

Dan gaan we weer met dezelfde snelle lift naar beneden. We lopen door het kermis attracties gedeelte. We hebben geen van allen zin in deze ritjes, na pas een paar weken geleden naar Hershey Park te zijn geweest.

Maar het Pacific Science Center ziet er te interessant uit om voorbij te lopen. We kopen toeganskaartjes ($10 voor volwassenen, $7 voor kinderen onder de 12) en de kinderen zijn er niet meer weg te slaan!

Eerst zien we een heel interessante tentoonstelling over dinosauriers. We leren feiten, die Rick en ik ook nog niet wisten en interessante theorieen over waarom ze zijn uitgestorven.

In de volgende kamer is een levende insekten "zoo". We houden allemaal (met uitzondering van Saskia) een Madagascar hissing cockroach (kakkerlak) vast. Best lieve beestjes als je je over de "eeeeek" factor kunt zetten.


Dan gaan we de vlindertuin binnen. Ook hier is het erg leuk en ik maak mooie macro vlinder foto's.


Bij de visuele activiteiten zijn de kinderen al helemaal niet verder te krijgen. Rick en ik dachten, dat dit voornamelijk voor Saskia zou zijn, maar Katja en Kai vermaken zich net zoveel! Vooral in het gedeelte, waar je je schaduw kan "bevriezen" hebben ze grote lol.

Als laatste proberen we allerlei fysieke instrumenten. Hoe hard we kunnen knijpen, hoe snel we een knopje kunnen indrukken etc. Buiten spelen de kinderen nog even met de gigantische waterpistolen en dan willen we verder.

We lopen een aantal blokken naar Second Avenue en nemen daar een van de gratis bussen naar Pioneer Square. Dit is het oude gedeelte van de stad en ik heb hier 20 jaar geleden de Underground Tour gedaan. Ik herinner me die als ontzettend leuk en de kinderen zijn nu ook oud genoeg om mee te gaan (met vorige bezoeken waren ze te jong).

We kopen kaartjes en lopen dan door het mooie oude district, waar de stad Seattle begon. De gebouwen zijn ornamentaal kwa architectuur en er zijn allerlei leuke cafeetjes en restaurantjes. Een uithangbord zegt "Hotel Rooms 75 cents", een herinnering aan het onzedelijke verleden van de stad tientallen jaren geleden.

Om vier uur worden we in een grote barzaal geloodst. Er zijn toch zo'n 100 mensen aanwezig, dus de tour is wel populair, al kent niemand, zelfs Seattleites hem niet als ik het erover heb. Ook Rick heeft er in alle jaren, dat hij in dit gebied komt nog nooit van gehoord.

Eerst krijgen we een twintig minuten praatje door Lucy, doorspekt met grapjes over het ontstaan van de stad, te horen. De geschiedenis is werkelijk interessant, vooral voor iemand als ik, die er dol op is. Maar de kinderen luisteren ook ademloos. Er zijn goede mannen, slechte mannen en heel slechte mannen en dan natuurlijk een aantal heel losse vrouwen, die die mannen bezig moesten houden.

Na de introductie worden we in drie groepen opgesplitst. Wij krijgen Adam als gids, die duidelijk veel plezier in zijn werk heeft. Hij grapt meteen met Saskia over de ratten, maar Saskia is niet bang voor ratten, dus hij vangt bot.

We worden onder de grond, zoals we die vandaag kennen, geleid naar de "grond", zoals ze die voor 1900 kenden. We zien oude winkelpuien en oude foto's en leren eindeloos veel over de tijd, dat dit gedeelte van Seattle de enige "stad" was en vooral door houtwerkers werd bevolkt.


Underground

De enige vrouwen waren de "naaisters" (na de rondleiding leg ik aan Rick en de kinderen uit, dat dit woord in het Nederlands al dubbelzinnig kan zijn). Adam vertelt met veel humor over de "naaisters" en hun "naaisalons" en hoe het stadsbestuur hen ging "onderzoeken". Een van de bekendste "naaisters", Lou Graham, deed de stad veel goed en overleed helaas aan een (zoals Adam het noemde) door naaien veroorzaakte ziekte (syphilis). Zij liet haar hele vermogen achter aan de Seattle openbare scholen, maar geen enkele school is naar haar vernoemd. Elders staat vermeld, dat dit geen waar verhaal is, maar leuk klinkt het allemaal wel en het staat zelfs op het plakkaat van de stad Seattle, dus "moet" het toch waar zijn.


Zo leren we een heel aantal feiten en leuke weetjes en de anderhalve uur vliegen voorbij. Zelfs Saskia verveelt zich niet en dat zegt veel! Het geheel is gebaseerd op de boeken van Bill Speidel, een sarcastische columnist, die de underground tour begon om bewustzijn over het vervallen Pioneer Square te creeren. Hij wilde, dat deze buurt niet verloren ging en had daarmee gelukkig succes.

Na de tour lopen we nog even naar het gebouw, waar Lou Graham haar bordello had. Het is nu het Washington Court Building en er wonen vooral advocaten. Weer eens wat anders. We weten nu ook, dat alle stoepen, waar we op lopen, hol zijn (in dat gedeelte van de stad), de eerste verdiepingen van de gebouwen worden nu voornamelijk bewoond door ratten. Eindeloos intigrerend!

Het is inmiddels etenstijd en we nemen een van de gratis bussen (na enig zoeken en bij de verkeerde busstop staan wachten) terug naar het midden van de stad. Daar wil Rick naar Camera West, want hij heeft vlekjes in zijn camera en wil daar hulp mee.

Ze zijn al dicht en Rick verzucht dat feit luid. Dan vraagt een man ons, wat we nodig hebben. Hij blijkt bij de winkel te werken en opent hem weer voor ons! Dat is nog eens service! Rick koopt een schoonmaakdingetje en we gaan blij weer op weg. Ontzettend vriendelijk om ons toch nog te helpen!

Bij een hotel op de hoek vragen we om suggesties voor een restaurant. De concierge raadt de Icon Grill aan. Het blijkt een heel goede keuze! Het heeft heel leuk decor met allerlei glazen "ballonnen" en het menu is ook prima en niet overdreven duur.

Na het eten lopen we terug naar het hotel. De koele avondlucht voelt lekker aan. Wat is dit toch een leuke stad! Ik zou er zo wonen, als ik niet wist, dat het weer hier zo vaak somber is (deze week is dat moeilijk voor te stellen!).

Wednesday, June 28, 2006

Orca Watch

We hebben wel de juist week uitgekozen om naar het Noordwesten te gaan! Van het thuisfront komen berichten van ernstige overstromingen en allerlei problemen binnen. Sinds zondag is er meer dan 30 centimeter regen gevallen en hele gebieden zijn tot rampgebied verklaard. Gelukkig stelt een telefoontje aan Laura ons gerust wat ons huis betreft. We wonen ook boven op een heuvel, dus overstromen is vrijwel onmogelijk. Wel ironisch, dat we in zo'n regenachtig gebied als dit prachtig weer hebben, terwijl het in ons gebied meestal mooi weer is in deze tijd van het jaar.

De wekker staat op zeven uur, want we moeten ons om negen uur melden bij de winkel van Island Adventures voor onze orca watch. Rick slaapt nog bijna door het alarm heen, maar ik ben, zoals altijd lijkt het, al wakker.

Rick gaat bij een van de kleine espresso standjes een latte voor ons halen, terwijl ik alles inpak. Die standjes zie je hier overal! Starbucks is natuurlijk de bekendste, maar er zijn nog tientallen, zo niet honderden prive zaakjes.

De "winkel" is zo groot, dat er net twee mensen in passen. Er zijn allerlei soorten koffie dranken te verkrijgen, je kunt het zo gek niet bedenken!

De inn biedt een heel lekker ontbijt in de lobby. Veel beter, dan de meeste grote ketens bieden. Er zijn hard gekookte eieren, verse muffins, jus d'orange en als klap op de vuurpijl zelf-gemaakte verse wafels. De kinderen zijn in de zevende hemel!

Om kwart voor negen rijden we "downtown" Anacortes binnen. Het valt Rick en mij op, dat er op de muren van alle winkels een houten bord met een of meerdere personen hangt met namen en datum. We gissen naar de reden daarvoor, misschien de stichters van het bedrijf of iemand, die het lang gerund heeft?

We checken op tijd in en krijgen een boarding pass. We weten al waar de boot ligt, want dat hebben we gisteravond gezien, hij ligt in dezelfde haven als waar het Flounder Bay Cafe ligt.

Na een grappig toespraakje van de "captain" over de do's en dont's op de boot mogen we met de steile plank naar beneden de boot op. Het is een vrij kleine boot met twee "verdiepingen", er gaan naar mijn schatting zo'n 35 mensen op.

We cruisen al snel de haven van Anacortes uit en het grote water op. Ik ben blij, dat ik mezelf en Saskia een Dramamine heb toegediend, want het wordt, ondanks het kalme weer, een hele oversteek! We zijn met laag water vertrokken en daardoor zijn de stromingen extra sterk en dat voelen we! Gelukkig hebben we een tafeltje binnen, want buiten vliegt de spray op en het is niet bepaald warm. De meisjes en ik hebben een regenjas aan en daar hebben we geen spijt van! Geen moment heb ik het te warm.

Als we de San Juan eilanden hebben bereikt houdt de boot even in. Hier kunnen we dieren zien en als eerste zijn dat mooie zwart witte watervogels met knalrode pootjes. Dan zien we een hele groep zeehonden zonnen op een rots en een bald eagle in de verte. Het is er prachtig, ik begrijp nu, dat kennissen van ons ieder jaar op deze eilanden vakantie gaan houden!
'



Voor we bij de orca's komen wordt ons gezegd lunch te eten, want tijdens het walvissen bekijken wordt er geen voedsel geserveerd. Wij zitten vlak naast de snackbar en bestellen een heel stel bakjes met chili en een zakje chips (de special). Het gaat er allemaal goed in.

Vanochtend toen we incheckten werd ons verteld, dat we geluk hadden, de orca's waren maar twintig mijl verderop. Maar tegen de tijd, dat wij onderweg zijn zijn ze al vele mijlen verder gereisd. Ze schijnen veertig mijl per uur te kunnen zwemmen en dat hebben ze dus gedaan.

We moeten zo'n anderhalf uur varen, voor we de eerste orca zien. Het is een mannetje, want de vin is gigantisch (die kan bijna 2 meter zijn bij mannetjes, 1 meter bij vrouwtjes). Er liggen allerlei andere boten en er is de Soundwatch, die erop toeziet, dat geen van de boten de orca's op minder dan 100 meter benadert. Onze boot krijgt een paar keer een waarschuwing.

Eerlijk gezegd valt het me tot nu toe tegen. We hebben wat vinnen gezien in de verte, maar geen echte orca kenmerken. Gelukkig gaat de walvisvaart verder. We volgen de "J" groep (met een mannelijke "L" orca erbij). We zien vrouwelijke orca's, baby orca's en een enkele mannelijke orca. Geen van ze springt, helaas, maar verder is het spectaculair! Eentje rolt over (geen foto) en ik fotografeer heel wat zwart wit.




Al te gauw moeten we terugkeren, maar we vinden allemaal, dat we heel wat gezien hebben! In een keer varen we terug naar Anacortes, maar net voor we in de haven gaan zien we nog een prachtige bald eagle in een boom. Voor iedereen, die de Noordwest kust bezoekt is een orca watch essentieel! Deze dieren zie je in Seaworld, maar in het wild is het zoveel meer bijzonder!

Er wordt ons toegezegd, dat we onze foto's kunnen emailen naar Island Adventures voor identificatie van de walvissen. Zo weten we dat het een foto van "Sushi" is en niet alleen maar een L groep walvis. Ik ga dat zeker doen!

Om 15 uur zijn we terug op het land en rijden we richting Everett, we hebben een (heel erg kleine) hoop nog een Boeing tour mee te kunnen maken. Door de prachtige Skagit vallei (waar in de lente tulpenfestivals worden gehouden en er bollenvelden zijn, die die in Nederland evenaren) rijden we richting het oosten. In Mount Vernon (doet ons aan ons gebied denken, want dat is de naam van het landgoed van George Washington) rijden we de snelweg Interstate 5 op. Nu is het nog een uurtje naar Everett, online lazen we, dat het bezoekerscentrum om half zes sluit.

Onze MIO GPS leidt ons wel naar de Boeing fabrieken, maar het duurt even voor we het bezoekerscentrum vinden. We proberen "Receiving", maar daar is niemand en dan vraagt Rick de weg bij de veiligheidsdienst, die ons de goede richting op wijzen.

De rondleidingen blijken maar tot 15 uur te gaan (staat nergens op de website of wij hebben niet goed gelezen), maar het "Future of Flight" gedeelte is nog open. We leren over de nieuwe 787, wat ik erg interessant vind.

In de souvenirswinkel krijgen Rick en Kai nog heel wat informatie en we nemen foto's van de onafgemaakte vliegtuigen, die verderop staan.

Dan rijden we naar Seattle en checken in bij het Holiday Inn, we zien de Space Needle vlakbij! We pakken uit, want hier blijven we zes nachten en gaan dan op zoek naar een restaurant. De keuze valt op McCormick and Schmick's, een restaurant, dat wij ook vlakbij hebben, maar dat hier zijn origine heeft.

Dit restaurant ligt aan een meer en we zien een leuke zeilrace terwijl we eten. Rick en ik bestellen hetzelfde: 6 Hood Canal oesters, die de grootste zijn, die ik ooit heb gezien en dan een Steelhead vis met wasabi korst. Het smaakt allemaal meer dan goed!

We delen allemaal een paar desserts (mousse, key lime pie, berry cobbler) en zijn dan helemaal voldaan.

Met een taxi gaan we terug naar het hotel en al gauw ligt iedereen in diepe rust.

Tuesday, June 27, 2006

Veerboot ritje

Omdat we vandaag geen Orca watch gaan doen om 4 uur hebben we wat minder haast. We moeten namelijk met een veerboot mee en ik heb geen idee hoe druk het daar zal zijn.

Om 7 uur dwing ik mezelf op te staan. Het zou zo makkelijk zijn te blijven liggen, want het bed voelt heerlijk en de temperatuur ook, maar ik weet, dat ik dat later op de dag zal betreuren. Dit keer zijn er geen wasberen, als ik mijn loopje begin. Wel mooie statige reigers, die op ieder visje jagen. Ik besluit een loop en ren routinetje te doen. Zoveel minuten zo snel mogelijk lopen en dan een minuut voluit rennen. Helaas geeft Garmin het op, de batterij is op. Van gisteren weet ik gelukkig hoe ver vijf kilometer op dit pad ongeveer is.

Als ik terug kom ligt iedereen nog in diepe rust. Wat??? We moeten wel nog een veerboot halen en ik heb gelezen, dat de wachttijden in de zomer tot drie uur kunnen oplopen. Dat willen we toch niet?

Tot mijn grote verbazing zitten we om vijf over negen zomaar bepakt en bezakt en schoon in de auto! We checken uit en halen dan ontbijt bij Jack in the Box. Deze keten hebben wij in ons gebied niet (meer) en ze hebben lekker eten. Hun ham, swiss and egg sourdough sandwich (geen boter op het brood!) smaakt bijna net als de McDonald’s egg mcmuffin (maar die laatste is nog steeds mijn favoriet fast food ontbijt).

We rijden naar het noord-oosten en komen langs het Dungeness National Wildlife Refuge. We besluiten, dat we niet op een bepaalde tijd ergens hoeven te zijn, dus we gaan kijken. Het is prachtig! Uitgebreid rots strand, een gebied waar je honderden kleine krabbetjes ziet lopen (baby Dungeness krabben?) en honderden clams en mosselen. Er staat een waarschuwingsbordje, dat je zeehondenpuppies niet mag aanraken, maar helaas is daarvan ook niets te bekennen.


Het strand van Dungeness



Toekomstige gigantische Dungeness crab?

Als we weer teruglopen zien we opeens een moederhert met baby. Ze zijn duidelijk in de war, maar toch ook nieuwsgierig. We staan met een aantal mensen op het pad toe te kijken en het stel kijkt ook telkens naar ons. Op een gegeven moment probeert baby te drinken bij de moeder, maar die laat dat niet toe. Uiteindelijk (en na veel foto’s) verdwijnen de twee in het struikgewas.


Wij gaan verder en komen langs allerlei casino’s, die door indianen worden beheerd. Onder Indiase wetten mag gokken, maar onder staatswetten niet. De casino’s zijn dus kleine Indiase oases op zichzelf. We rijden ook de hele tijd door kleine Indiase reservaten.

Om kwart over twaalf komen we in Port Townsend aan. Dit is een mooi Victoriaans dorpje, althans, dat zeggen de reisgidsen. Wat wij ervan zien is aardig, maar we willen graag de veerboot van 12:45 halen en krijgen dus weinig mee van dit pittoreske gedeelte van het stadje. Zoals gewoonlijk vertrekt de veerboot uit een minder mooi gedeelte.

Ondanks alle waarschuwingen is het helemaal niet druk voor de oversteek. We kunnen zo mee. Voor ons gezin plus van kost de oversteek $19.40. Het is weer een avontuur, vooral voor de kinderen, die niet bewust veel veerboten hebben meegemaakt en al helemaal niet een oversteek, die een half uur in beslag neemt! Het is zo warm, dat we niet eens een extra jas mee hoeven aan dek! (Tot nu toe heb ik veel te veel warme kleding meegesleept, maar je weet in dit klimaat nooit)

In Keystone rijden we een beetje rond, want Rick heeft “Engle” op de GPS gezien en wil een foto van wat dat ook is. Het blijkt een grotere weg te zijn, die zo heet. Hij neemt een foto en we kunnen verder. Whidbey Island heeft mooie boerderijen, een aantal wijngaarden en een prachtig uitzicht op de Olympische bergen.

Het is inmiddels na enen en de magen knorren. Het eerste dorpje, waar we doorheen rijden, heet Coupeville en we rijden Main Street af, maar vinden niets van onze gading. Wel een casino en een bowling hal, zoals in vrijwel elk plaatsje hier.

We rijden verder naar Oak Harbor, dat op de kaart een grotere plaats lijkt. Dit blijkt inderdaad zo te zijn, hier vinden we een heel stel ketens en zelfs een Walmart en een Big K. We landen voor lunch bij de Flyers Restaurant and Brewery. We zijn de enige gasten (kan komen omdat het inmiddels al twee uur is) en op tv is de match Zwitserland-Oekraine te zien. Rick is in zijn element, want ze serveren zelf gebrouwde bieren en ik ben in mijn element, want dit blijkt een heel spannende voetbalmatch te zijn. En allemaal vallen we aan op de voortreffelijke sweet potato fries. Het wordt een lekkere maaltijd en we zien Oekraine met strafschoppen winnen.

Om de een of andere reden zijn er allemaal Nederlandse invloeden te zien in Oak Harbor. Veel bedrijven hebben Nederlandse namen (Zylstra, Beeksma) en er staat een heuse replica van een Hollandse molen aan het water. Ook is er een Auld Holland Inn en een restaurant, dat Kasteel Franssen heet.

Na het eten gaan we nog even naar de Big K. Saskia is vergeten een zwempak mee te nemen en Rick een lange broek. Ik heb geen korte broek mee en in deze warmte zou dat wel lekker zijn, maar Big K biedt niets voor mij. Gelukkig vindt Saskia wel haar zwempak en Rick neemt genoegen met een heel goedkope zwarte broek.

Net voor de brug naar Fidalgo Island, onze eindbestemming, stoppen we bij Deception Pass State Park. Van anderen hebben we vernomen, dat het hier erg mooi moet zijn. Als eerste rijden we naar North Beach. Dit vind ik het mooist, er liggen allerlei verschillend gekleurde kiezelstenen en er is vrijwel niemand. De rust en de mooie natuur maken, dat ik hier uren zou kunnen zitten. We trekken onze schoenen en gaan pootje baden, maar lang houd ik het niet uit, het is zo koud, dat het door merg en been gaat (later vernemen we, dat het water 12 graden is!).


Op het “North Beach” strand

Na een half uurtje gaan we naar West Beach. Daar is een zwemstrand, wat flink druk is en een uitgestrekt rotsachtig strand. Het is er mooi, maar veel drukker, dan aan de noordkant. We vermaken ons met rotsstapeltjes maken (wie de meeste stenen kan opstapelen) en rotsen en boomstammen beklimmen. Over boomstammen gesproken, hele boomstammen drijven in het water voorbij, waar die vandaan komen? Vooral Kai is helemaal in zijn element en boos, als we na een uur zeggen verder te willen. Maar het is al na vieren en we weten niet hoe ver Anacortes nog is.

Over de mooie brug met spectaculair uitzicht (het doet me hier erg aan de Thousand Islands in noord New York State en zuid Ontario denken) rijden we Fidalgo Island op. Anacortes blijkt nog een drie kwartier rijden te zijn. Hier hebben we de Fidalgo Country Inn geboekt, een hotel, dat online veel goede reviews kreeg. Opeens zie ik het bord ervoor, nog voor we echt in Anacortes zijn.

We krijgen een heel mooie grote kamer met twee bedden en een uitklapbank. Hij is leuk gedecoreerd, een beetje als een gezellige huiskamer. We krijgen zelfs een paar kamerjassen erbij.

Het is ook alweer etenstijd, dus rijden we Anacortes in. Het is een leuk, beetje Western aandoend stadje. Bij de Inn werd ons het Flounder Bay Cafe aangereden, wat een gezellig restaurant bij een jachthaven blijkt te zijn. We verkiezen buiten te eten, maar hebben daar even later spijt van, want het is toch frisser, dan we hadden gedacht. Drie van ons hebben een trui meegenomen, maar ik leen die van mij aan Saskia, die maar over de kou blijft zeuren. Dan is Rick galant en geeft mij zijn trui, Katja heeft haar eigen en Kai heeft er geen nodig, zodat Rick even later met Kai’s trui aan zit. Nou ja, we zijn tenminste allemaal weer happy!

Katja en ik bestellen beiden de King zalm, een prachtig rood stuk zalmvlees, met een sinaasappel sausje er overheen. Als voorafje neem ik de Hood Canal oesters en ik heb nog nooit zulke grote oesters gezien! Ze smaken voortreffelijk!

Als we terug bij het hotel zijn lonkt het zwembad recht onder ons raam erg! Het is vandaag tegen de 30 graden geweest en een natte afkoeling is welkom. Het water in het zwembad is lekker warm en we zijn de enigen daar. Ook de hot tub voelt lekker. Ik ga als eerste weer naar boven om mijn verslag bij te werken, de anderen blijven nog een uurtje door spetteren.

Sunday, June 25, 2006

Olympic National Park

Alweer schijnt de zon fel onze kamer binnen, heel speciaal voor dit gebied! En dat terwijl het thuis opeens vreselijk weer is, dat missen we dus ook lekker. Helaas ligt daardoor onze email server er ook uit en zal ik dus deze vakantie helemaal geen email kunnen checken. Hoe ga ik het overleven, ha ha!

Zoals altijd spring ik als eerste mijn bed uit. Ik wil vandaag gauw even een 5 kilometer hardlopen en er loopt een prachtig pad vlak achter het hotel langs het water. Ik kan zo over de railing van ons balkon springen en ben erop.

Al vrijwel meteen zie ik een man met zijn hond naar iets kijken. Als ik dichter bij kom zegt hij: “Them ‘coons are up late”. Eerst snap ik niet wat hij bedoelt en denk, dat hij het over een vogel heeft. Maar dan zie ik een wasbeertje doodkalm bij de rotsen net beneden ons zijn maaltijd doen. Hij blijft heerlijk rustig doorgraven en ik probeer foto’s te maken, al heb ik alleen mijn mini cameraatje mee. Het dier werkt goed mee. Ik heb wel vaker raccoons gezien en altijd zijn ze aan het eten!


Het pad gaat verder langs een of andere fabriek, niet erg mooi, dus, maar wel interessant, vooral als ik even later de besneeuwde bergen in zicht krijg. Dat zie ik thuis toch niet! Ook de vegetatie langs de kant is heel anders, dan bij ons, het doet me meer aan Nederland denken met schermbloemen, madeliefjes en prachtig bloeiende brem.

Als ik terug in de kamer ben is iedereen al bezig met klaarmaken. Voor we op weg gaan klagen we nog even bij de front desk over de airconditioning. Het was vannacht met zijn vijven echt te warm. Het meisje daar zegt, dat ze al twee andere klachten heeft gehad en dat er vandaag aan gewerkt zal worden.

Rick wil weer Starbucks en we willen ergens ontbijt vinden. De dichtstbijzijnde Starbucks zit in een Safeway en daar vinden we ook erg lekkere ontbijt panini broodjes om mee te nemen. Ze worden voor ons warm gemaakt en getoast en ze smaken prima.

Dit keer nemen we eens niet de 101, die de hoofdweg rond dit schiereiland is, maar een vrijwel parallelle weg, de State Route 112. Op alle State Route bordjes in de staat is het hoofd van George Washington te zien, als bijkomstig klein weetje. Op de kaart lijkt deze weg dicht langs de kust te gaan, maar tot Clallam Bay, zo’n 45 mijl verderop, blijkt de kust voor het grootste gedeelte van het zicht onttrokken door de dichte bossen. Jammer!

Wel zien we in een bocht opeens een zwartstaart hert vlak naast de auto (in onze buurt zijn het witstaart herten, hier kennelijk zwartstaart herten, die zijn ook iets donkerder van vacht). Rick stopt gevaarlijk in de bocht en een andere auto kan ons maar net ontwijken. Oeps!

Gauw rijden we door en bereiken na iets meer dan een uur Clallam Bay, een klein plaatsje met anderhalve supermarkt. Eindelijk rijden we nu dicht langs de kust. Het is laag water en ik kijk naar rots en kijk nog eens en dan valt het kwartje: er zit een bald eagle op!

We stoppen en Kai, Rick en ik lopen het strand op. Het lukt een aantal foto’s te nemen en dan vliegt hij weg, ook een prachtig gezicht. Dan kijken we naar beneden en zien daar een prachtige oranje en een heel stel paarse zeesterren liggen. Natuurlijk maak ik een aantal foto’s en eigenlijk zou ik wel langer willen blijven, maar ons doel is nog een eind verderop, dus we rijden verder.




Heel even verderop zien we een tweede adelaar zitten. Kai en ik willen stoppen, maar Rick denkt, dat hij dan al weg zal zijn. Ik herinner me in het reisverslag van Rob van het AllesAmerika forum ook gelezen te hebben, dat zij twee adelaars zagen bij Clallam Bay. Zouden dit dezelfde zijn?

Aan de overkant kunnen we Vancouver Island heel goed zien, moeilijk voor te stellen, dat het een veerboot ritje van drie uur is daarheen!

Eindelijk bereiken we Neah Bay, het plaatsje in het reservaat van de Makah Indianen. Het is een leuk plaatsje met overal totempalen. We stoppen bij de General Store om een toegangsbewijs voor Cape Flattery te kopen. Dit kost $10.

Dan rijden we de ongeveer 7,5 mijl naar Cape Flattery. De helft van die weg is niet verhard en op sommige stukken zitten er flinke kuilen in. Ik kan me voorstellen, dat die met regenachtig weer moeilijk begaanbaar wordt.

We parkeren de auto aan het begin van het pad en lopen dan door de prachtige wouden naar beneden. Er zijn verschillende uitkijkpunten op het diepblauwe kolkende water. Je ziet de kelpwouden en de rotsen met coniferen erop, woorden kunnen niet beschrijven hoe mooi dit allemaal is. En met foto’s kun je de grootsheid ook niet weergeven, al proberen we dat wel.

Aan het einde van het pad kijken we uit over de Grote Oceaan en de Straat van Juan de Fuca. Het is een beetje heiig, maar we zien Vancouver Island goed en ook het eiland met vuurtoren net voor de kust is mooi. Naast het houten uitkijkpostje is een pad, waar geen railings omheen staan. Rick en de kinderen willen hier ook over de rand kijken en zien een zeehond. Dat is mijn reden om het ook te wagen en ik zie nog net de staart. Op een eiland aan de overkant zien we zeeleeuwen. Maar oh, wat is het diep en steil!! Ik heb niet gauw hoogtevrees, maar hier krijg ik de kriebels. Ik verzoek de anderen ook vriendelijk weer op veiliger grond te gaan! Maar het is allemaal erg de moeite waard, dit meest Noord-Westelijke puntje van de continentale VS.

In 17 minuten lopen we terug naar boven, erg knap vooral van Saskia, die haar hekel aan “hikes” kennelijk te boven is, want het gaat de hele tijd bergopwaarts. We besluiten een snelle lunch te kopen, want we willen nog meer doen en het is al een uur.

In Neah Bay stoppen we bij de Mini Mart en kopen daar kleffe broodjes met kalkoen en ham en een zak chips met jalapeno smaak (die laatste was lekker). Als we naar buiten komen zien we aan de overkant een take out lunch restaurantje, daar hadden we lekkerder kunnen eten. Maar nu kostte lunch met ons vijven $18, veel goedkoper kan het toch niet!

Op de terugweg willen we kijken of de zeesterren nog te zien zijn, want Katja en Saskia hebben die niet gezien. Maar inmiddels komt het getij op en het is al zover, dat de rots, waar de adelaar vanochtend op zat in het water is verdwenen. Je moet echt met eb op deze plaatsen zijn, anders is het gewoon een woeste zee.

Zo bij de zee is het ongeveer 22 graden en als we landinwaarts rijden vliegt de temperatuur omhoog. Opeens is het bijna 30 graden! Maar ons volgende doel is Hurricane Ridge op 1600 meter hoogte. We hebben geen idee, wat we hiervan moeten verwachten, maar het is “de” attractie van Olympic National Park en dus kunnen we die niet missen.

De weg naar boven begint in Port Angeles en om half vier beginnen we aan de 17 mijl lange weg. Onderweg zien we mooie besneeuwde bergen en veel woud. Hoe hoger we komen, hoe meer sneeuw er is.

Tegen het einde komen we een bocht om en dan houden we allemaal collectief onze adem in! Wat een prachtige, alles omvattend, voor woorden te mooi landschap strekt zich voor ons uit! Wij staan voor een panorama van hoge besneeuwde bergen en gletsjers. Alweer schieten woorden te kort, maar oh, wat zijn we blij, dat we dit niet aan ons voorbij hebben laten gaan!

Het is hierboven nog flink warm, zeker 25 graden, en toch lopen we in de sneeuw. Een hert staat doodkalm te grazen, terwijl mensen links en rechts van hem lopen en foto’s maken. Het doet hem allemaal niets! Zelfs als een klein meisje gilt, omdat haar moeder sneeuw in haar onderbroek heeft gestopt, reageert hij niet (volgens de meisjes had zij daarvoor een sneeuwbal op haar moeders zwangere buik gegooid, maar ze is een jaar of drie, een te zware straf, als je het mij vraagt).


Na in de sneeuw gespeeld te hebben en duizend foto’s gemaakt te hebben (Katja en ik konden vooral geen genoeg krijgen van dat hert!) beginnen we aan de weg terug. Er is geen ander woord voor Hurricane Ridge dan “spectaculair”!

Op de weg naar beneden krijg ik een telefoontje van Island Adventures. Onze orca watch van morgen moet worden uitgesteld, want de boot heeft onderhoud nodig. Ze biedt 10 uur morgenochtend aan, maar dat is onmogelijk voor ons vanuit Port Angeles. En de rit om 17 uur met een snelle boot trekt ons ook niet. We besluiten dan maar 10 uur dinsdag ochtend te nemen. Achteraf gezien (behalve dat we zo de zonsondergang missen) is dit beter, zo hebben we morgen de hele dag de tijd om naar Anacortes te komen.

Terug in Port Angeles gaan we op zoek naar een restaurant. We vinden een dolgezellig restaurant onder een macrobiotische winkel. “Michael’s Divine Dining” heet het en “divine” is het zeker! De atmosfeer is heel gezellig huislijk en het eten voortreffelijk. Natuurlijk bestel ik weer iets met Dungeness crab, de crab cakes.

We zijn op tijd terug bij het hotel en kijken naar de zonsondergang vanaf ons balkon. Het is wel speciaal, zo’n kamer op het water (vooral als je om half acht de luide hoorn van de veerboot hoort, prima wekker voor mijn reisgenoten!). We slapen al vroeg, want morgen is het weer vroeg dag!

Saturday, June 24, 2006

Het Olympisch schiereiland

Om half acht forceer ik mezelf wakker. Het is tenslotte half elf mijn tijd en ik heb meer dan zeven uur geslapen. Ik doe mijn ochtendoefeningen en spring dan onder de douche. De anderen douchen een voor een na mij en als Katja aan de beurt is vertellen we haar, dat we bij het ontbijt op haar zullen wachten.

In de tussentijd brengen we de baggage naar de auto en vinden een tafeltje in het restaurant. Embassy Suites biedt gasten een naar maat gemaakt ontbijt aan, wat meestal erg goed is (voor een gratis ontbijt). Het is vanochtend enorm druk en het neemt even voor we ons omelet met salsa krijgen. Maar het smaakt goed en de koffie is lekker sterk en om tien over half tien, twintig minuten voor op mijn schema, rijden we weg.

Rick wil nog een Starbucks meenemen voor onderweg en ik koop een kaart bij 7-Eleven, ik heb wel een Map Easy kaart, maar die is niet gedetailleerd genoeg.

Via de I-5 rijden we zuidwaarts richting Olympia. We zien Mount Rainier groot boven ons verrijzen, het blijft een fantastisch gezicht, vooral zo helemaal uit de wolken!

Na een uur rijden zijn we in Olympia, de hoofdstad van de staat Washington en we zien het mooie Capitool duidelijk langs de weg. Hiervandaan nemen we de 101 Noord en dan de 8, een prachtige weg met eindeloos veel dennenbomen. In Aberdeen stuiten we op een kleine file, waarschijnlijk strandverkeer, maar wij hoeven die kant niet op.

Terwijl we wachten hebben we prachtig uitzicht op de boomstammen, die wachten om vervoerd te worden. Weyerhaueser is een groot bedrijf hier en Aberdeen kennelijk een hoofd verscheepplaats.

Overal langs de weg staan waarschuwingsborden voor tsunami's. We vragen ons af hoe mensen ueberhaupt te weten komen, dat een tsunami dreigt. We denken, dat er wel sirenes moeten zijn, maar veel gebieden hier zijn zo afgelegen, het lijkt ons moeilijk overal sirenes aan te brengen!

In Hoquiam een paar mijl verderop denken we een leuk restaurantje voor de lunch te gaan zoeken. Eerst rijdt Rick nog even per ongelijk de verkeerde kant op op een eenrichtingsweg ("You're on a one way road, dude!" hier zijn ze nog gemoedelijk, thuis zouden het een heel aantal toeters zijn) en bij Pub and Grub, een heel leuk uitziend tentje, worden we geweigerd. Iedereen moet 21 zijn om daar te eten, zelfs buiten op het terrasje!

We worden naar Los Arcos verwezen, het plaatselijke Mexicaanse restaurant. Daar eten we erg lekker, maar het blijkt, dat we voor de avondmaaltijd prijzen moeten betalen, want "lunch" wordt alleen van maandag t/m vrijdag geserveerd. Dat is een flinke tegenvaller, want dat maakt het dubbel zo duur! Maar gelukkig smaakte het goed, dat scheelt.

Als we onze reis voortzetten rijden we door prachtige wouden. Vreemd hoe er soms hele kale stukken tussen zitten door het kappen. Er staan ook telkens borden: gekapt in 1990 (bij voorbeeld), opnieuw geplant, volgende kap meestal 60 jaar later.

Langs de weg zien we borden van zalm kwekerijen en op een gegeven moment staat er "zalm kwekerij bezoekerscentrum". Rick en ik zijn geintigreerd en besluiten een kijkje te gaan nemen.

Daar hebben we geen spijt van! We worden rondgeleid door "Lew", die in de 80 is. Dit is zo'n ervaring voor ons! We krijgen te horen hoe men zorgt, dat zoveel mogelijk Coho zalm eieren tot volwassenen worden. Het is nogal een schok om te horen, dat slechts 1 procent het hier terug haalt vier tot vijf jaar later!


Lew komt uit Montana en doet dit als pensioensvrijwilligerswerk (en hij is er super enthousiast over). Voor hij hier kwam deed hij met zijn vrouw en jongste dochter het rodeo circuit. Hij reed als 72-jarige voor het laatst met een stier! Dit is de echte Amerikaan, iemand met zo'n ander leven dan wij, dat Rick en ik ervan genieten.

Hij vertelt eindeloos over ringen, die door neuzen van de zalmen worden geschoten om ze zoveel jaren later te herkennen, hoe de oogballen soms omhoog vliegen bij het doodslaan (wel nadat ze met gas zijn verdoofd) van de vrouwtjes (die anders toch zouden sterven) en ga maar door. Aan een ieder, die dit gebied bezoekt kan ik een bezoek aan een zalm kwekerij (hatchery) aanbevelen. Dat is het leven in dit gebied, de Indianen leven ervan en vrijwel iedereen, die hier zijn leven slijt. Het is allemaal super-interessant. Bij het afscheid raadt hij ons aan in oktober terug te komen, dan komen de zalmen om eieren te leggen en gaat dit hele proces in werking. Wij zien de babies honger hebben, meer niet.

We lopen nu zeker een uur achter op ons "schema" maar erg vinden we het niet. Geen van vijven hadden we de ervaring bij de hatchery willen missen. De meeste toeristen rijden er straal voorbij, maar dit is juist het echte Washington.

Niet veel later rijden we langs Lake Quinault. Genoemd naar de indianen van dit gebied en met prachtige uitzichten.

Na Kalaloch zijn er een heel aantal stranden, genummerd 1 tot en met 6. Bij nummer een lopen we naar beneden en zien heel wat aangespoeld hout waar we overheen moeten klimmen om op het strand te komen. Het is er wel prachtig en we moeten de kinderen dwingen terug te gaan, die zouden er zo een dag blijven.

Bij het volgende strand, waarvan ik het nummer ben vergeten, zien we mooie zee-anemonen bij de rotsen. Het getij komt binnen, maar we kunnen nog net zien, wat er met laag water allemaal tevoorschijn komt.

Terwijl we daar staan vliegt een paar bald eagles over. Wat een majestueuze dieren zijn dat toch!

We rijden verder naar het Hoh regenwoud. Dit is het enige niet-tropische regenwoud ter wereld. We parkeren en lopen naar het pad "Hall of Mosses". Er wordt gewaarschuwd voor gladheid en natheid, maar alles is kurkdroog. Ik zeg tegen Rick, dat dit nu de enige plaats is, waar ik wel wat regen had willen hebben voor het volle effect. De wandeling is prachtig en de zon spelend door het dichte bladerdek is dat ook. We genieten van de 3/4 mijl lange cirkelloop.


Daarna zijn we moe van alle indrukken en de jet lag en klaar om naar Port Angeles te rijden. Onderweg zien we hele heuvels met prachtig geel bloeiende brem en het Crescent Lake is aan de rechterkant van de weg schitterend mooi.

Port Angeles is een leuk stadje aan het water en wij logeren bij het Red Lion Hotel. Dit kost wat mij betreft idioot veel, maar was het enige hotel in de omgeving waar wij met zijn vijven in een kamer konden verblijven. We krijgen een kamer met twee queen size bedden en een "rollaway" (extra bed). Het internet is hier gratis, dat scheelt ook weer. Ons uitzicht is op de Strait of Juan de Fuca, als de deur open is horen we de golven kabbelen.

Het is al acht uur als we bij dit hotel aankomen en we hebben honger. We eten bij het Crabhouse restaurant bij het hotel. Omdat we hier vlakbij het plaatsje Dungeness zitten, bestel ik de beroemde Dungeness crab. Ik krijg een enorm dier voorgeschoteld en pas na een uur ben ik klaar met eten! Het smaakt allemaal voortreffelijk en is een hele ervaring.


Crab voor



Crab na

Na het eten gaan we terug naar de kamer en gaan, hoewel de air conditioning niet werkt en de kamer veel te warm is, al gauw slapen.

Friday, June 23, 2006

Reisdag

Om 2 uur vertrekken we van huis, want het is vrijdagmiddag en onze vlucht zou om half zes vertrekken. Dulles is een ontzettend druk vliegveld op hoogtijdagen en er gaan rond die tijd niet alleen binnenlandse vluchten, maar ook een heel stel buitenlandse vluchten weg.

We hebben de auto in nabij parkeren gezet, iets duurder, maar wel de moeite waard en we vonden een heel goede parkeerplaats. Met ons vijven lukt het goed alle baggage naar de terminal te slepen en het inchecken gaat vlot. Er staan ook een heel stel Nederlanders in de rij, iets wat de kinderen altijd meteen opmerken.

Voor de verandering krijgen we een heel vrolijke en vriendelijke check in agente. Dat stemt ons meteen vrolijk. De security rij gaat ook snel, maar dan wordt Kai's backpack eruit gepakt. Van wie is die, wordt er gevraagd. Van mijn zoon, zeg ik, die nog niet door het poortje is gegaan. Het blijkt, dat Kai een 8 pond gewicht mee heeft genomen. Dat mag niet mee. Vijf pond zou nog mogen, maar acht is te veel. Alsof je met vijf pond ook niet iemand een flinke hersenschudding zou bezorgen! Er wordt door de security officieren flink gegrapt en wij grappen terug, maar Kai schaamt zich dood. We verzekeren hem, dat we een nieuw gewicht zullen kopen, want hij moet de acht pond achterlaten.

Na een ritje met de "people mover" landen we bij de D terminal en onze gate is D11. We zijn ruim op tijd, maar er zit al een grote groep mensen, tot onze verbazing Nederlanders. Die zijn allemaal met een groepsreis mee op doorreis naar Vancouver.

Een van hem hoort mij op mijn mobieltje praten en vraagt of ik een drieband GSM heb, want hij hoort me met mijn zusje spreken. Die is vandaag Amerikaans staatsburger geworden. Ik zeg, dat het een binnenlands gesprek betrof en zo raken we aan de praat. Allerlei vragen worden op me afgevuurd en ik krijg het compliment, dat ik nog helemaal geen ver-Amerikaanst accent in mijn Nederlands heb.

Omdat het eten aan boord over het algemeen of niet aanwezig of abominabel is bestellen we op tijd maaltijden van Gordon Biersch, die vlakbij de gate is. Ik neem een spinazie salade met kip mee.

Dan wordt er omgeroepen, dat we toch wat vertraagd zijn, want de airconditioning werkt niet aan boord en het is er onmenselijk warm. Pas na 45 minuten en een hulp airconditioning worden de omstandigheden gunstig genoeg om ons toe te laten. Poeh! We weten meteen, dat er niet gelogen werd. Het is oncomfortabel heet en het duurt ook nog even voor we eindelijk op weg zijn en de motoren van het vliegtuig de airconditioning verzorgen.

We blijken een flight attendant online te hebben ,die Nederlands en Duits spreekt. Zoiets hebben Rick en ik op onze vele vluchten naar de westkust nog nooit meegemaakt. We denken dus, dat de Nederlandse reisgroep heel wat in de melk te brokkelen had.

De vlucht verloopt voorspoedig. Saskia en ik kijken "Last Holiday" met Queen Latifah, een ontzetten leuke film.

Natuurlijk landen we te laat en dan laat de baggage ook nog op zich wachten. Wij zijn moe, maar ik kam me niet voorstellen hoe moe al die Nederlanders moeten zijn!!

Als alle tassen er zijn gaan we naar Dollar, waar we onze van van hebben gehuurd. Dat was verreweg het goedkoopst, maar we moeten met een shuttle naar hun locatie. Het is inmiddels ver na middernacht onze tijd. Maar we krijgen een mooie Freestar en rijden dankzij onze MIO GPS zo naar het hotel.

De Embassy Suites is een mooi hotel en de kinderen willen er graag langer blijven. De prijs is ook goed, maar we gaan morgen verder, helaas voor iedereen. We krijgen een suite met twee kamers en drie bedden.

Vanwege het late uur zijn we allemaal hongerig. We zijn net na elven aangekomen en het restaurant in het hotel is net dicht. Rick, nog helemaal wakker, gaat op verkenning uit en komt niet veel later met de heerlijkste (vind ik dan nu) Wendy's burger en frietjes terug. Jammie, het gaat allemaal op!

Net na middernacht gaat het licht uit, voor ons gevoel 3 uur 's nachts.