Seattle en omgeving 2006

Sunday, June 25, 2006

Olympic National Park

Alweer schijnt de zon fel onze kamer binnen, heel speciaal voor dit gebied! En dat terwijl het thuis opeens vreselijk weer is, dat missen we dus ook lekker. Helaas ligt daardoor onze email server er ook uit en zal ik dus deze vakantie helemaal geen email kunnen checken. Hoe ga ik het overleven, ha ha!

Zoals altijd spring ik als eerste mijn bed uit. Ik wil vandaag gauw even een 5 kilometer hardlopen en er loopt een prachtig pad vlak achter het hotel langs het water. Ik kan zo over de railing van ons balkon springen en ben erop.

Al vrijwel meteen zie ik een man met zijn hond naar iets kijken. Als ik dichter bij kom zegt hij: “Them ‘coons are up late”. Eerst snap ik niet wat hij bedoelt en denk, dat hij het over een vogel heeft. Maar dan zie ik een wasbeertje doodkalm bij de rotsen net beneden ons zijn maaltijd doen. Hij blijft heerlijk rustig doorgraven en ik probeer foto’s te maken, al heb ik alleen mijn mini cameraatje mee. Het dier werkt goed mee. Ik heb wel vaker raccoons gezien en altijd zijn ze aan het eten!


Het pad gaat verder langs een of andere fabriek, niet erg mooi, dus, maar wel interessant, vooral als ik even later de besneeuwde bergen in zicht krijg. Dat zie ik thuis toch niet! Ook de vegetatie langs de kant is heel anders, dan bij ons, het doet me meer aan Nederland denken met schermbloemen, madeliefjes en prachtig bloeiende brem.

Als ik terug in de kamer ben is iedereen al bezig met klaarmaken. Voor we op weg gaan klagen we nog even bij de front desk over de airconditioning. Het was vannacht met zijn vijven echt te warm. Het meisje daar zegt, dat ze al twee andere klachten heeft gehad en dat er vandaag aan gewerkt zal worden.

Rick wil weer Starbucks en we willen ergens ontbijt vinden. De dichtstbijzijnde Starbucks zit in een Safeway en daar vinden we ook erg lekkere ontbijt panini broodjes om mee te nemen. Ze worden voor ons warm gemaakt en getoast en ze smaken prima.

Dit keer nemen we eens niet de 101, die de hoofdweg rond dit schiereiland is, maar een vrijwel parallelle weg, de State Route 112. Op alle State Route bordjes in de staat is het hoofd van George Washington te zien, als bijkomstig klein weetje. Op de kaart lijkt deze weg dicht langs de kust te gaan, maar tot Clallam Bay, zo’n 45 mijl verderop, blijkt de kust voor het grootste gedeelte van het zicht onttrokken door de dichte bossen. Jammer!

Wel zien we in een bocht opeens een zwartstaart hert vlak naast de auto (in onze buurt zijn het witstaart herten, hier kennelijk zwartstaart herten, die zijn ook iets donkerder van vacht). Rick stopt gevaarlijk in de bocht en een andere auto kan ons maar net ontwijken. Oeps!

Gauw rijden we door en bereiken na iets meer dan een uur Clallam Bay, een klein plaatsje met anderhalve supermarkt. Eindelijk rijden we nu dicht langs de kust. Het is laag water en ik kijk naar rots en kijk nog eens en dan valt het kwartje: er zit een bald eagle op!

We stoppen en Kai, Rick en ik lopen het strand op. Het lukt een aantal foto’s te nemen en dan vliegt hij weg, ook een prachtig gezicht. Dan kijken we naar beneden en zien daar een prachtige oranje en een heel stel paarse zeesterren liggen. Natuurlijk maak ik een aantal foto’s en eigenlijk zou ik wel langer willen blijven, maar ons doel is nog een eind verderop, dus we rijden verder.




Heel even verderop zien we een tweede adelaar zitten. Kai en ik willen stoppen, maar Rick denkt, dat hij dan al weg zal zijn. Ik herinner me in het reisverslag van Rob van het AllesAmerika forum ook gelezen te hebben, dat zij twee adelaars zagen bij Clallam Bay. Zouden dit dezelfde zijn?

Aan de overkant kunnen we Vancouver Island heel goed zien, moeilijk voor te stellen, dat het een veerboot ritje van drie uur is daarheen!

Eindelijk bereiken we Neah Bay, het plaatsje in het reservaat van de Makah Indianen. Het is een leuk plaatsje met overal totempalen. We stoppen bij de General Store om een toegangsbewijs voor Cape Flattery te kopen. Dit kost $10.

Dan rijden we de ongeveer 7,5 mijl naar Cape Flattery. De helft van die weg is niet verhard en op sommige stukken zitten er flinke kuilen in. Ik kan me voorstellen, dat die met regenachtig weer moeilijk begaanbaar wordt.

We parkeren de auto aan het begin van het pad en lopen dan door de prachtige wouden naar beneden. Er zijn verschillende uitkijkpunten op het diepblauwe kolkende water. Je ziet de kelpwouden en de rotsen met coniferen erop, woorden kunnen niet beschrijven hoe mooi dit allemaal is. En met foto’s kun je de grootsheid ook niet weergeven, al proberen we dat wel.

Aan het einde van het pad kijken we uit over de Grote Oceaan en de Straat van Juan de Fuca. Het is een beetje heiig, maar we zien Vancouver Island goed en ook het eiland met vuurtoren net voor de kust is mooi. Naast het houten uitkijkpostje is een pad, waar geen railings omheen staan. Rick en de kinderen willen hier ook over de rand kijken en zien een zeehond. Dat is mijn reden om het ook te wagen en ik zie nog net de staart. Op een eiland aan de overkant zien we zeeleeuwen. Maar oh, wat is het diep en steil!! Ik heb niet gauw hoogtevrees, maar hier krijg ik de kriebels. Ik verzoek de anderen ook vriendelijk weer op veiliger grond te gaan! Maar het is allemaal erg de moeite waard, dit meest Noord-Westelijke puntje van de continentale VS.

In 17 minuten lopen we terug naar boven, erg knap vooral van Saskia, die haar hekel aan “hikes” kennelijk te boven is, want het gaat de hele tijd bergopwaarts. We besluiten een snelle lunch te kopen, want we willen nog meer doen en het is al een uur.

In Neah Bay stoppen we bij de Mini Mart en kopen daar kleffe broodjes met kalkoen en ham en een zak chips met jalapeno smaak (die laatste was lekker). Als we naar buiten komen zien we aan de overkant een take out lunch restaurantje, daar hadden we lekkerder kunnen eten. Maar nu kostte lunch met ons vijven $18, veel goedkoper kan het toch niet!

Op de terugweg willen we kijken of de zeesterren nog te zien zijn, want Katja en Saskia hebben die niet gezien. Maar inmiddels komt het getij op en het is al zover, dat de rots, waar de adelaar vanochtend op zat in het water is verdwenen. Je moet echt met eb op deze plaatsen zijn, anders is het gewoon een woeste zee.

Zo bij de zee is het ongeveer 22 graden en als we landinwaarts rijden vliegt de temperatuur omhoog. Opeens is het bijna 30 graden! Maar ons volgende doel is Hurricane Ridge op 1600 meter hoogte. We hebben geen idee, wat we hiervan moeten verwachten, maar het is “de” attractie van Olympic National Park en dus kunnen we die niet missen.

De weg naar boven begint in Port Angeles en om half vier beginnen we aan de 17 mijl lange weg. Onderweg zien we mooie besneeuwde bergen en veel woud. Hoe hoger we komen, hoe meer sneeuw er is.

Tegen het einde komen we een bocht om en dan houden we allemaal collectief onze adem in! Wat een prachtige, alles omvattend, voor woorden te mooi landschap strekt zich voor ons uit! Wij staan voor een panorama van hoge besneeuwde bergen en gletsjers. Alweer schieten woorden te kort, maar oh, wat zijn we blij, dat we dit niet aan ons voorbij hebben laten gaan!

Het is hierboven nog flink warm, zeker 25 graden, en toch lopen we in de sneeuw. Een hert staat doodkalm te grazen, terwijl mensen links en rechts van hem lopen en foto’s maken. Het doet hem allemaal niets! Zelfs als een klein meisje gilt, omdat haar moeder sneeuw in haar onderbroek heeft gestopt, reageert hij niet (volgens de meisjes had zij daarvoor een sneeuwbal op haar moeders zwangere buik gegooid, maar ze is een jaar of drie, een te zware straf, als je het mij vraagt).


Na in de sneeuw gespeeld te hebben en duizend foto’s gemaakt te hebben (Katja en ik konden vooral geen genoeg krijgen van dat hert!) beginnen we aan de weg terug. Er is geen ander woord voor Hurricane Ridge dan “spectaculair”!

Op de weg naar beneden krijg ik een telefoontje van Island Adventures. Onze orca watch van morgen moet worden uitgesteld, want de boot heeft onderhoud nodig. Ze biedt 10 uur morgenochtend aan, maar dat is onmogelijk voor ons vanuit Port Angeles. En de rit om 17 uur met een snelle boot trekt ons ook niet. We besluiten dan maar 10 uur dinsdag ochtend te nemen. Achteraf gezien (behalve dat we zo de zonsondergang missen) is dit beter, zo hebben we morgen de hele dag de tijd om naar Anacortes te komen.

Terug in Port Angeles gaan we op zoek naar een restaurant. We vinden een dolgezellig restaurant onder een macrobiotische winkel. “Michael’s Divine Dining” heet het en “divine” is het zeker! De atmosfeer is heel gezellig huislijk en het eten voortreffelijk. Natuurlijk bestel ik weer iets met Dungeness crab, de crab cakes.

We zijn op tijd terug bij het hotel en kijken naar de zonsondergang vanaf ons balkon. Het is wel speciaal, zo’n kamer op het water (vooral als je om half acht de luide hoorn van de veerboot hoort, prima wekker voor mijn reisgenoten!). We slapen al vroeg, want morgen is het weer vroeg dag!

4 Comments:

At 8:37 AM, Anonymous Anonymous said...

Wat een mooi verslag heb je vandaag weer geschreven Petra.
Als ik het zo lees moet de natuur daar overweldigend zijn. Deze omgeving moet ook maar op ons "to do" lijstje komen.
Heel veel plezier met de orca watch straks.

Marjon

 
At 1:39 PM, Anonymous Anonymous said...

Wow!!! Wat een dag zeg, geweldig. De foto's zijn ook prachtig, ik zie dat hert al staan....

 
At 10:18 PM, Anonymous Anonymous said...

Ik vind het zo leuk dat jullie eens voor deze streek hebben gekozen. Genoeg reisverslagen over de reis SF-verschillende NP's-Las Vegas-LA. Maar een reisverslag over het gebied wat jullie nu aandoen is veel minder common. Heel leuk dus.

Wendy heeft gelijk: gelukkig is er internet en kunnen we meegenieten met jullie.
Hier beginnen de laatste dagen voor de vakantie.

 
At 10:59 PM, Anonymous Anonymous said...

Kan mij alleen maar aansluiten op het commentaar van de anderen. Erg leuk hoe je schrijft, je brengt de lezer helemaal in het verhaal!

 

Post a Comment

<< Home